Het ontwerp is gebaseerd op de doorlopende leerlijn, waarbij onderwijs en opvang samensmelten en er een fluïde beweging ontstaat waarin de ontwikkeling van het kind centraal staat. De architectuur van het gebouw gaat hierin mee: het programma is in een spiraalvormige beweging rondom een groen hart georganiseerd. Iedere leeftijdsfase heeft een eigen en vanzelfsprekende plek in het gebouw, die op logische wijze met de volgende fase verbonden is. De schooltijd wordt daarmee een reis waarbij de kwaliteiten van de onderwijsomgeving meebewegen met het traject dat het kind aflegt.
De jongste leerlingen hebben een geborgen plek, op de begane grond rondom eigen veranda’s en speelplekken waar de architectuur beschutting biedt en kleinschalig is. Wanneer de leerlingen ouder worden en doorschuiven naar nieuwe plekken in het gebouw, opent de architectuur zich en wordt de verbinding met de buitenwereld sterker. De beschutting en geborgenheid die plek voor de jongste groepen kenmerkt, gaat gelijkmatig over in plekken die zich lenen voor ontmoeting en interactie, plekken die de oudere leerlingen zich toe kunnen eigenen.
De lerende spiraal wordt geaccentueerd door het principe van ‘no dead ends’, waarbij het gebouw geen dode hoeken kent. Op deze wijze functioneert de open ruimte in het gebouw als schakelketting van pleinen en pleintjes. Elk speelplein krijgt een eigen betekenis binnen het Blue Zones concept en biedt ruimte aan één van de verschillende leeftijdscategorieën. Dit ontwerpprincipe optimaliseert het gebruik van de oppervlakte, zorgt voor een natuurlijke flow door het gebouw en creëert een veilige omgeving die de interactie en synergie tussen de gebruikers onderling in de hand speelt.